Ik zie een meisje, ze kan niet veel ouder zijn dan mijn dochter van drie, ze heeft grote bruine ogen en een lach op haar gezicht. Ze rent door het zand op haar blote voeten, een golf kietelt haar tenen. Het beeld verandert, ze zit op een schommel, de wind door haar haren. Weer een nieuw beeld. Mijn hart verkrampt. Ik zie hetzelfde meisje, niet langer levendig, maar haar jonge lichaampje hangt slap. Haar bruine krulletjes zijn grijs van het stof. Haar ogen gesloten, haar huidje grauw. Ze wordt vastgehouden door haar opa. Wanhopig kust hij haar. ‘Word wakker, word wakker, mijn engel’. Ik voel de wanhoop, het intense verdriet. Het wordt mij te veel en leg mijn telefoon weg. Tranen lopen over mijn wangen. Ik val uiteindelijk in slaap. De volgende ochtend verwijder ik de app die al dit leed dag in dag uit onder ogen brengt. Het is voorjaar 2024.
In hoog tempo begin ik een gevoel van vervreemding te ervaren
De wereld is de afgelopen anderhalf jaar rap veranderd. Een extreem rechts kabinet, hele bevolkingsgroepen die tot zondebok worden gemaakt in woord en daad, rücksichtsloze bezuinigingen die kansengelijkheid nog groter maken en als zeer zure kers op de taart genocides die bewust gefinancierd worden. Mensenrechten worden nu dag in dag uit op grote schaal geschonden. Geen schendingen waar we achteraf van zeggen, hadden we het maar geweten dan hadden we het kunnen voorkomen. Het gebeurt met de schijnwerpers erop. Via social media maar ook gewoon tijdens het acht uur journaal zien we de bommen vallen op vluchtelingenkampen, de ME inslaan op demonstranten bij universiteiten en het aantal rechtstatelijk dubieuze voorstellen van het kabinet is niet meer bij te houden. En dat met de NSC in het kabinet, dat beloofde het rechtstatelijk geweten te zijn.
Het voelt alsof de wereld in brand staat en ik maak mij zorgen, heel veel zorgen en voel dat ik niet moet blijven kijken maar iets moet doen, wat dan ook. Ik lees alles wat ik kan vinden, praat erover met anderen, deel berichten en probeer te begrijpen wat ik zie en hoor. Ik ben pessimistisch, en voel een diepe droefheid over de staat van de wereld. De Duitsers noemen mijn gevoel van lijden aan het hier en nu Weltschmerz. Letterlijk betekent dit wereldpijn. Een gevoel van diepe droefheid en als pijnlijk ervaren melancholie dat ontstaat door de onvolmaaktheid van de wereld, aldus Wikipedia (z.d.). Weltschmerz kan leiden tot apathie. Maar dat weiger ik. Apathie is een luxe die je je niet kan permitteren als er zoveel op het spel staat. Want dit is de tijd waarvan onze kleinkinderen later zeggen: ‘Maar waarom deed niemand iets?’ Nu is het nooit meer waar we het over hebben bij genocides.
En in november sta ik dan voor het eerst ook op het Malieveld te demonstreren. Het is in ieder geval iets.
Maar dan kom ik op mijn werk. Hier geen mensenrechtenschendingen waar we het over moeten hebben. Geen discussie over volkeren in Gaza, Congo of Sudan die worden uitgemoord. Geen ophef over racistische uitspraken of onrechtstatelijke wetsvoorstellen. Geen protesten of verdiepende colleges. Het klinkt oorverdovend stil.
Alsof ik een wereld in stap waar de realiteit geen rol speelt.
We zijn als een brandweerschool waar we niet leren over het doven van brandende gebouwen, terwijl de stad in brand staat. Of als een zeilschool die alleen lesgeeft op een stil meer, terwijl de studenten straks moeten navigeren op een woeste oceaan. Want zou dit niet juist dé plek moeten zijn waar we inspelen op de actualiteit en nadenken over de rol van het sociaal werk hierin. Dé plek waar we van gedachten wisselen over hoe we juist nu rechten van mensen beschermen, uitsluiting tegengaan, opkomen voor sociale rechtvaardigheid en de democratie juist versterken. En ook komen tot die acties. Want dat is wel wat we studenten leren over de opdracht van het sociaal werk. Practice what you preach! Als we het niet verschuldigd zijn aan onze studenten, dan wel aan de maatschappij die we dienen als sociaal werkers en al helemaal aan het vermoorde meisje en haar opa?
Maar ook als je de taak van het sociaal werk nauwer opvat dan blijven we nog steeds een academie. Een plek waar niet alleen kennis vergaard wordt en vaardigheden aangeleerd maar waar ook ruimte moet zijn voor het stellen van vragen, het aangaan van discussies en het onderzoeken van kennis. Ik heb het dus expliciet niet over het neoliberale kader waarin academies worden gezien als bedrijven gericht op winst, ranglijsten en kwantificeerbare prestaties. De oorsprong van het woord academie komt uit het Grieks. Het verwijst naar een tuin in het oude Griekenland dat vernoemd was naar Akademos, een mythisch figuur. In deze tuin kwam Plato met zijn studenten samen om te leren discussiëren en filosofische te reflecteren. De naam werd later synoniem met de school van Plato en zo ontstond de term academia om een plek van studie en intellectuele bezigheid aan te duiden (Boyd, 1952). In dit kader is een academie niet slechts een plek voor het vergaren van feitelijke kennis, maar ook een ruimte waar vragen over het goede leven, ethiek en de grondslagen van kennis onderzocht worden.
Hoewel er ook kritiek is op de rol die academies kunnen spelen in het versterken van machtsstructuren, zoals Bourdieu (2010) dit doet in zijn befaamde werk La Distinction benadrukt Habermas (1989) juist de emancipatorische rol die academie kunnen spelen. Het kan volgens hem ook een plek zijn waar we juist door rationele discussies van perspectieven met elkaar wisselen en komen tot een gedeelde waarheid. En ook een van de belangrijkste denkers van dit moment Noam Chomsky (1999) pleit ervoor de academie te zien als een publieke en democratische instelling. Een academie is dan een plek dat verder gaat dan het overdragen van kennis. Het is een ruimte waar macht, vrijheid en sociale rechtvaardigheid in wisselwerking staan met elkaar. En laat dit nu ook aansluiten bij de globale definitie van het sociaal werk! (International Federation of Social Work & International Association of Schools of Social Work, 2014).
We staan nu aan het begin van 2025. Zonder hoop geen leven. Er moet een einde komen aan de oorverdovende stilte op onze SOCIALE ACADEMIE.
Spreek je uit, organiseer, discussieer, inspireer. Maakt niet uit, doe iets! Laten we met elkaar een plek worden waar we echt uitdragen een academie voor sociaal werk te zijn.
Ik zet een eerste stap: ik introduceer Reading for Palestine. Hier ligt voor mij persoonlijk nu de grootste urgentie. Met elkaar boeken lezen geschreven door Palestijnen over Palestina en hun verzet en hierover met elkaar in gesprek te gaan. Hun stemmen moeten gehoord worden, hun perspectieven begrepen en hun verhalen gedeeld. Via een ouderwetse boekenclub. Doe je mee? Laat het mij weten!
En als ik toch bezig ben dan organiseer ik in februari ook een college over Edward Said zijn werk Oriëntalisten. Waarin ik wil ingaan op hoe migrantenhaat in Nederland diepgeworteld zijn in historische en culturele machtsstructuren. Said leert ons om te kijken naar wie macht heeft om beelden en verhalen te produceren. Door dit te herkennen en erkennen kunnen we ruimte creëren voor genuanceerde en menselijkere verhalen. Hij roept op tot empathie en openheid tot ‘de ander’. Het erkennen van de complexiteit en individualiteit. Door middel van zijn inzichten kunnen we van gedachte wisselen hoe we de toxische dynamiek die we steeds vaker zien en ervaren kunnen veranderen. Datum en tijd volgt.
Laten we er met elkaar een bevlogen plek van maken, een plek we met woord en daad ons inzetten voor een rechtvaardige wereld.
Eveline Kroes Dijkdrenth is Antropoloog, Socioloog, en docent Sociaal Werk
Literatuurlijst
- Bourdieu, P. (2010). Distinction. Taylor & Francis Ltd.
- Boyd, W. (1994). The History of Western Education. (12de editie). Rowman & Littlefield.
- Chomsky, N. (1999). Profit over People: Neoliberalisme and Global Order. Seven Stories Press.
- Habermas, J. (1989). Theory of communicative action. Polity Press.