Mila Swartjes
“Ik haat sociaal werkers”; het eerste wat ik hoorde toen ik mijn stage in de praktijk begon.
Sociaal werkers worden overschaduwd door een grote grijze wolk van protocollen en regels, hij overheerst het landschap van het sociaal werk. Iemand helpen is mogelijk, maar enkel wanneer dit gebeurt volgens het opgelegde beleid. Zie het als een zakelijke overeenkomst; vergeet de mens, volg de regels en dan komt alles vanzelf wel goed. Of werkt dat niet zo?
Disclaimer; dat werkt niet zo. Integendeel zelfs, dit zorgt ervoor dat we gehaat worden.
Door de protocollen en regels wordt de menselijkheid steeds meer verdrongen. Waarom laten we dit gebeuren? Het is aan jou als sociaal werker om de regels niet als grenzen te zien, maar juist als richtlijn, waarin ruimte is voor maatwerk in jouw handelen. Zorg dat jouw professionele autonomie de essentiële brug vormt tussen zakelijkheid en menselijkheid.
Het evenwicht tussen zakelijkheid en menselijkheid is dus verstoord. Ik zal uitleggen waar dit vandaan komt aan de hand van de inzichten van de Duitse socioloog Jurgen Habermas (Gabriëls, 2022). Habermas splitst de wereld op. Allereerst de systeemwereld. In deze wereld staan regels en bureaucratie centraal. Een kenmerk van de systeemwereld is dat we hier strategisch handelen, dit wil zeggen dat we op zoek gaan naar de meest efficiënte manier om ons doel te bereiken. Het draait om controle en het behalen van resultaten. Denk maar aan alle processen en protocollen die je moet volgen tijdens je werk, zoals de methodische cyclus, of het opstellen van cliëntdossiers aan de hand van de privacywet (AVG).
Ten tweede hebben we de leefwereld. Hierin staan persoonlijke ervaringen, relaties en waarden centraal. In de leefwereld handelen we communicatief; het handelen draait om morele en sociale waarden, samenwerking en streven naar een gemeenschappelijk doel. Je ziet dit terug wanneer je een stap verder gaat dan de standaardprocedure om in de behoeften van de cliënt te kunnen voorzien. Wanneer een cliënt net buiten de criteria van de schuldhulpverlening valt, denk je niet ‘helaas, dan houdt het op’, maar dan zoek jij verder naar andere mogelijkheden.
Je zou denken dat de leefwereld en communicatief handelen centraal zouden staan in het sociaal werk, maar niets is minder waar. Habermas stelt dat het communicatieve handelen onvoldoende wordt benut (Gabriëls, 2022). Hij is zelfs van mening dat de wereld van persoonlijke ervaringen en waarden wordt opgeslokt in de wereld van regels en bureaucratie, Habermas noemt dit kolonisatie van de leefwereld. Hij geeft de schuld aan het neoliberalisme. Deze stroming dringt het marktdenken op in domeinen die traditioneel helemaal niet gericht zijn op de markt, maar juist op menselijke relaties (Gabriëls, 2022). Het gevaar is dat er een kloof ontstaat tussen wat cliënten echt nodig hebben en wat de markt hen kan bieden. Neem eens een kijkje naar de Standaardproductcodelijst Wmo, waar kant en klare pakketten met ondersteuningsproducten worden aangeboden (iStandaarden, sd). Dit is zeker efficiënt en duidelijk, maar het kan ervoor zorgen dat de bestaande opties niet volledig aansluiten bij persoonlijke behoeften. Cliënten worden in een hokje geplaatst en krijgen een nummertje toegewezen afhankelijk van wat er aangeboden wordt. Zorg wordt zakelijk, de mens wordt vergeten.
Niet alleen de cliënt loopt gevaar, maar ook jij, als sociaal werker. Meer regels door de systeemwereld, betekent minder tijd voor de leefwereld. De ruimte voor communicatief handelen neemt af, terwijl dit juist cruciaal is voor het sociaal werk. Je wordt gedwongen om strategisch te handelen, je professionele autonomie wordt beperkt en uiteindelijk vervreemd je van je eigen werk. Kijk naar het keukentafelgesprek, waar in een persoonlijk gesprek wordt gekeken naar welke hulp iemand nodig heeft. Echter is het doel geworden om formulieren en vragenlijsten te vullen met antwoorden (Hees, 2018), zie het als een transactie van informatie, waarbij je simpelweg een checklist afvinkt. Het sociaal werk wordt lopendebandwerk, waarbij de cliënten dienen als product en jij als productiemedewerker.
Er wordt verwacht dat onze focust ligt op efficiëntie en kostenbewustzijn, en dat onze resultaten zijn gericht op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Dit komt ons als sociaal werkers niet ten goede. Cijfers van Movisie (2023) laten zien hoe zwaar de gevolgen hiervan wegen. Het merendeel van de sociaal werkers (79%) zegt regelmatig ergernis en stress te ervaren door alle regel- en administratiedruk, zelfs het werkplezier wordt minder (76%). Dit is niet gek als je beseft dat 37% van de werktijd wordt besteed aan alleen administratie.
Misschien ervaar jij het zelf ook wel, de tijdrovende bureaucratie, een te hoge werkdruk en het gebrek aan zingeving. Gevolgen hiervan zijn emotionele uitputting, frustratie en het risico op een burn-out (Kampen, 2024). Het dragen van de regel- en administratiedruk gaat zelfs zo ver dat 35% van de sociaal werkers er aan denkt om ander werk te gaan doen (Movisie, 2023).
Dan hoor ik je denken; als het allemaal zo slecht gaat, waarom wordt er dan niks aan gedaan? Misschien verbaast het je, maar er wordt wel degelijk actie ondernomen. Er wordt op drie manieren met deze situatie omgegaan (Hoijtink, 2022). Allereerst ‘Voice’, waarbij hardop wordt uitgesproken wat er mis is. Een voorbeeld hiervan is het protest van jeugdzorgwerkers tegen de hoge werkdruk en bureaucratie. Een tweede manier is ‘Exit’, ofwel ontslag nemen. Veel sociaal werkers hebben het gevoel dat het aankaarten van de problemen niks oplevert; signalen worden niet opgepakt of er wordt geen mogelijkheid gezien om de situatie te veranderen (Serrien, 2018). Het gevoel van machteloosheid groeit en de bereidheid voor verzet neemt af. Sociaal werkers branden op en kiezen voor ontslag. Ten slotte reageren sociaal werkers door ‘Silence’. Dit is het ondergaan en uitzitten van de situatie en er het beste van maken. Vaak wordt er hier gebruik gemaakt van humor, om zo tijdelijk afstand te nemen van de negatieve gevoelens. Door grappen te maken kunnen frustraties op een luchtige manier geuit worden. Denk maar aan alle irritaties over de protocollen en regels; ze zeggen dat regels je werk makkelijker maken, dan hebben ze duidelijk nooit mijn werk gedaan.
Ondanks dat sociaal werkers hun stem laten horen door middel van Voice, Exit en Silence, is er weinig verbetering. De eerdergenoemde cijfers van Movisie (2023) laten zien dat het welzijn van de sociaal werker steeds verder achteruit gaat. Het gevolg hiervan is dat ons vakgebied de hoogste uitstroom medewerkers heeft in de sector zorg en welzijn (Hoijtink, 2022). De zakelijkheid doet ons de das om. Wij willen loyaal zijn aan ons vak, tegelijkertijd wordt er van ons verwacht dat we loyaal zijn aan het beleid. Dit is het moment om je af te vragen van wie het sociaal werk nou écht is, het lijkt op dit punt in ieder geval niet meer van ons te zijn.
Het sociaal werk lijkt ook niet meer van of voor onze cliënten te zijn. We worden gehaat weet je nog? Deze haat komt voort uit onze macht om te beheersen en overheersen, wij maken immers belangrijke beslissingen over het leven van mensen, beslissingen met soms enorme gevolgen (Wilde, 2019). Denk bijvoorbeeld aan de ingrijpende beslissing om iemand onvrijwillig te laten opnemen, of de beslissing om in te grijpen bij mishandeling binnen een gezin.
Daarnaast zorgt de zakelijkheid van het sociaal werk ervoor dat wij steeds verder vervreemden van onze cliënten (Serrien, 2018). Het gevolg hiervan is dat we eerder tegenover onze cliënten staan, dan naast hen. Stel je voor dat jij als cliënt tegenover een sociaal werker zit die afstandelijk in een boekje meeschrijft, terwijl jij jouw persoonlijke verhaal vertelt. Heel oncomfortabel. Deze professionele afstand zorgt ervoor dat het hebben van een duurzame werkrelatie nog steeds niet vanzelfsprekend is.
Naast vervreemding dragen een tekort een financiering en de voortdurende wisseling van personeel ook bij aan de instabiele relatie tussen hulpverlening en cliënt (Spit, Jansen, & Engbersen, 2021). In deze situaties gaat het namelijk vaak over een kwetsbaar persoon die in het leven al vaak genoeg te maken heeft gehad met onzekerheid en discontinuïteit (Spit et al., 2021). Dit zal daarom niet bevorderlijk zijn voor het vertrouwen in een sociaal werker. En wanneer er ook over hun leven wordt bepaald, met het oog op de regels in plaats van de mens, dan is de zakelijkheid het perfecte recept voor wrok jegens sociaal werkers.
Helemaal van de zakelijkheid afstappen is misschien ook geen goed idee. Regels en protocollen zijn er natuurlijk niet voor niets en het afwijken ervan kan als gevaar worden gezien. Ik snap ook dat sommige regels en protocollen noodzakelijk zijn om het sociaal werk vooruit te helpen. Regels bieden voorspelbaarheid, duidelijkheid en veiligheid, en daarbij beschermen ze de kwaliteit van de zorg (Serrien, 2018). Allemaal redenen waar ik niks tegen in heb te brengen, tot op zekere hoogte dan. In mijn ogen worden de regels problematisch wanneer zij leiden tot overrationaliseren, waarbij het sociaal werk zodoende wordt geordend en gesystematiseerd, dat de professionele autonomie van de sociaal werker wordt verdrongen (Serrien, 2018). Wanneer je weet dat de professionele autonomie wordt gezien als de levensader van het sociaal werk (Devlieghere, 2020), dan kan je vast wel inzien dat het beperken hiervan problematisch is (Gabriëls, 2022). Het hebben van regels is geen probleem, het wordt pas een probleem als deze regels gaan overheersen en beperken. Dit zet een proces in gang wat je eigenlijk wil voorkomen, een soort domino-effect; te veel regels zorgen voor een hoge werkdruk, een hoge werkdruk zorgt voor burn-out en burn-outs leiden tot uitval op de werkvloer (Kampen, 2024). Dit domino-effect raakt niet alleen de sociaal werkers, het treft de cliënten evengoed; zij kunnen geen relatie opbouwen met hun hulpverlener doordat personeel voortdurend wisselt, zij verliezen het vertrouwen in de hulpverlening en uiteindelijk willen ze niks meer van ons weten (Spit, Jansen, & Engbersen, 2021).
Dit wil niet zeggen dat alle regels de deur uit moeten, maar het wil zeggen dat sociaal werkers baat hebben bij meer vrijheid. Wij zijn immers professionals, we handelen verantwoordelijk, zorgvuldig en ethisch, en daarnaast hebben wij kennis over ons vak. Het gebruiken van onze professionele autonomie zou het verschil kunnen maken voor onze cliënten (Devlieghere, 2020). Een goed voorbeeld hiervan is het netwerk Geestverwanten in Rotterdom-West (Albeda & Avest, 2022). Hier is geen traditionele scheiding tussen professional en bewoner. De rol die de sociaal werker vervult is afhankelijk van de situatie die er speelt. Zij handelen naar wat het beste is om te doen voor de cliënt, zonder strikt vast te houden aan vooraf bepaalde protocollen of regels. Deze sociaal werkers gebruiken hun professionele autonomie om de cliënten op de best mogelijke manier in hun behoeftes te kunnen voorzien.
Laten we even teruggaan naar het stuk waarbij ik zeg dat het sociaal werk niet meer van ons, of van onze cliënten lijkt te zijn. Met de nadruk op lijkt, want schijn bedriegt soms. Ja, het klopt dat voor zowel ons als onze cliënten niet alles rozengeur en maneschijn is, en het klopt ook dat we soms in een hoekje gedrukt worden. Dit betekent echter niet dat we helemaal geen handelingsruimte hebben. De waarheid is dat we dénken dat we geen ruimte hebben, terwijl het hoekje waar we in worden gedrukt zo klein is als dat we zelf toestaan.
Stel je voor dat je te maken krijgt met een cliënt die dringend hulp nodig heeft. Volgens de protocollen moet er eerst een evaluatie plaatsvinden die een paar dagen duurt. Je kan bij de pakken neer gaan zitten en je laten beperken, maar je kan ook andere snellere stappen ondernemen. Zoals het tijdelijk aanbieden van steun van informele netwerken. In dit soort situaties hangt jouw handelen niet alleen af van de protocollen en regels, maar van hoe jij deze interpreteert en waar jij zelf de grens legt. Dit klinkt misschien ingewikkeld, maar daar hebben wij onze beroepscode voor. In de Beroepscode van het Sociaal Werk (2021) staan normen, waarden en beginselen die jouw handelen richting kunnen geven, bijvoorbeeld bij het maken van beslissingen of bij het opbouwen van een werkrelatie. De beroepscode informeert jou over je handelingsruimte en het geeft je een steuntje in de rug. Zie het als een ethisch leidraad. Klinkt als het perfecte handboek om een goede sociaal werker te zijn, toch? Besef dan dat 20% van de sociaal werkers geen enkel idee heeft van het bestaan van deze beroepscode, en nog zo’n 37% van de sociaal werkers kent hem wel maar gebruikt hem niet. Slechts 9% van de sociaal werkers gebruikt de beroepscode vaker dan 1 keer per maand (Jansen et al., 2021).
In plaats van dat we onze beroepscode als leidraad zien, zien we het overheidsbeleid als leidraad. Zo gek is het dus niet dat sociaal werkers zich beperkt voelen, ze hebben gewoon geen idee van de ruimte die zij eigenlijk hebben. In de werkelijkheid ervaart de meerderheid van de sociaal werkers juist voldoende professionele ruimte in het dagelijks handelen (Jansen et al., 2021). Wanneer je weet hoe veel mogelijkheden en ruimte je eigenlijk hebt als sociaal werker, is het aan jou in hoeverre je je laat beperken. Het sociaal werk is nog steeds van ons, al beseffen we dat soms niet helemaal door onze zelf opgelegde grenzen.
De zakelijkheid van het sociaal werk lijkt zowel de sociaal werker als de cliënt de das om te doen, en dat terwijl zakelijkheid niet alleen maar slecht nieuws is. De regels helpen om willekeur te voorkomen, orde te handhaven en de kwaliteit van de zorg te bewaken. Het doet ons de das om wanneer er overrationalisering van de regels plaatsvindt, waardoor we onze professionele autonomie dreigen te verliezen. In de huidige situatie zijn we gefocust op hoe de regels en protocollen ons beperken, we beseffen hierdoor niet dat we zélf de zakelijkheid de overhand laten nemen. Het wordt hoog tijd om onze focus te veranderen en onze verantwoordelijkheid te omarmen zoals de definitie van het sociaal werk (IFSW, 2014) dit zegt. We gaan doen waar wij goed in zijn en waarom wij voor dit werk hebben gekozen; anderen helpen. Laat je niet meer tegenhouden door je eigen opgelegde beperkingen. Wees je bewust van de opties die je hebt en gebruik je professionele autonomie, er is meer ruimte voor menselijkheid in deze zakelijke wereld dan we zelf beseffen. Laten we deze ruimte dan ook nemen. Zo vormen we niet alleen een effectief maar ook menselijk sociaal werk. De brug tussen zakelijkheid en menselijkheid ben jijzelf. En herinner je die grote wolk van protocollen en regels nog? Jij kan bepalen of je deze het sociaal werk laat overschaduwen of niet. Kijk naar wat mogelijk is en gebruik je professionele autonomie, jij wil toch ook dat de zon weer gaat schijnen?
Genoten van mijn stuk? Stem dan op mij!
Literatuurlijst
- Albeda, Y., & Avest, D. t. (2022, juni 13). Sociaal werk kan niet zonder autonomie. Opgehaald van socialevraagstukken.nl: https://www.socialevraagstukken.nl/sociaal-werk-kan-niet-zonder-autonomie/
- BPSW. (2021). Beroepscode voor professionals in sociaal werk.
- Devlieghere, J. (2020, januari 8). Een goede sociaal werker neemt het niet zo nauw met regels. Opgehaald van sociaal.net: https://sociaal.net/achtergrond/een-goede-sociaal-werker-neemt-het-niet-zo-nauw-met-regels/
- Gabriëls, R. (2022, september). Leefwereld en systeemwereld. Lexicon nabijheid en sociaal werk, pp. 167-171.
- Hees, S. v. (2018, november 13). Keukentafel is vooral onderhandelingstafel. Opgehaald van socialevraagstukken.nl: https://www.socialevraagstukken.nl/keukentafel-is-vooral-onderhandelingstafel/
- Hoijtink, M. (2022). Op het punt van breken? Verzet, loyaliteit en de stille vlucht van sociaal werkers. Hogeschool van Amsterdam.
- Hoijtink, M. (2022, juli 29). Stil verzet – Over de uitstroom van sociaal werkers. Vakblad Sociaal Werk, pp. 6-10.
- IFSW. (2014). Globale definitie van het sociaal werk. Opgehaald van https://www.ifsw.org/wp-content/uploads/2019/08/Global-Definitie-Social-Work-2014-Dutch-.pdf
- iStandaarden. (sd). Productcodelijst Wmo. Opgehaald van istandaarden.nl: https://www.istandaarden.nl/iwmo/over-iwmo/productcodelijst-wmo
- Kampen, T. (2024, september 27). Sociaal werk onder radicaal rechts – Morele nood. Vakblad Sociaal Werk, pp. 13-17.
- Movisie. (2023, april 13). De stand van administratie- en regeldruk in het sociaal werk. Opgehaald van movisie.nl: https://www.movisie.nl/publicatie/stand-administratie-regeldruk-sociaal-werk
- Serrien, L. (2018, mei 22). Sociaal werk worstelt met bureaucratie. Opgehaald van sociaal.net: https://sociaal.net/achtergrond/sociaal-werk-worstelt-met-bureaucratie/
- Spit, N., Jansen, T., & Engbersen, R. (2021, mei 24). Sociaal werk kampt op meerdere fronten met gebrek aan continuïteit. Opgehaald van socialevraagstukken.nl: https://www.socialevraagstukken.nl/rubrieken/essay/sociaal-werk-kampt-op-meerdere-fronten-met-gebrek-aan-continuiteit/
- Wilde, M. d. (2019, augustus 29). Sociaal werkers hebben meer macht dan ze denken. Opgehaald van sociaal.net: https://sociaal.net/achtergrond/sociaal-werkers-hebben-macht/