Jesse Overeem
De decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 heeft een grote impact gehad op de financiering en organisatie van de zorg, met name voor gezinshuizen en pleegzorg. Gemeenten kregen vanaf dat moment niet alleen meer verantwoordelijkheden, maar ook te maken met een structureel lager budget, wat leidde tot een korting van 15% op de landelijke jeugdzorgbegroting (Spigt, 2018). Deze bezuinigingen dwongen gemeenten tot kostenbeheersing, wat resulteerde in de invoering van vaste en vaak lage tarieven, zoals te zien is in Twente. Hoewel de decentralisatie bedoeld was om zorg dichter bij de inwoners te brengen en beter af te stemmen op individuele behoeften, leidde dit in de praktijk vaak tot uiteenlopend beleid en ongelijkheden in toegang en ondersteuning tussen gemeenten. Voor gezinshuizen betekende dit dat ze te maken kregen met beperkte financiële middelen en wisselende afspraken tussen gemeenten, wat het vermogen om stabiele en kwalitatieve zorg te leveren aanzienlijk onder druk zette (Jeugdzorg Nederland, 2024). Hierdoor moeten we overstappen van enkel lage standaardtarieven naar een combinatie van maatwerk en standaardtarieven om beter aan te sluiten bij de complexe zorgbehoeften van gezinshuis- en pleegzorgjongeren.
De gevolgen voor gezinshuizen en pleegzorg
n januari 2025 startten veertien Twentse gemeenten onder de naam SamenTwente met een gezamenlijke inkoop van jeugdzorg tegen een standaardtarief van €1,96 per minuut. Voor veel gemeenten lijkt dit een efficiënte oplossing voor de stijgende kosten in de jeugdzorg, maar deze maatregel brengt ernstige problemen met zich mee die een negatieve impact kunnen hebben op de kinderen en jongeren die afhankelijk zijn van jeugdzorg en pleegzorg. Twee zorgaanbieders, Doppa Zorg en Helios Kind en Jeugd, stapten naar de rechter omdat zij dit tarief als te laag beschouwen zonder toegang tot aanvullend maatwerk. Het tarief leidt tot financiële problemen bij gezinshuizen en maakt het moeilijker om de nodige zorgkwaliteit te leveren, vooral omdat ze personeel met hogere kwalificaties inzetten dan het standaardmodel aanneemt. De rechter oordeelde dat zorgaanbieders kosten zelf moeten dragen en dat de lage standaardtarieven overeind blijven (Louwes, 2024). Deze uitspraak werpt licht op de spanningen in het huidige zorgstelsel, waarin de focus op kostenbeheersing lijkt te botsen met het bieden van de best mogelijke zorg.
Een goedkope keuze met een dure prijs voor de jeugdzorg
De standaardisatie van tarieven zonder maatwerk lijkt aantrekkelijk voor gemeenten omdat het zorgt voor beheersbare en voorspelbare kosten, terwijl zij onder druk staan om binnen krappe budgetten te werk te gaan. Maar dit uitgangspunt van efficiëntie doet tekort aan de complexe realiteit van jeugdzorg. Kinderen en jongeren hebben vaak te maken met complexe en variërende psychosociale problemen die intensieve begeleiding vereisen (Deelcommissie Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie, 2020). Standaardtarieven houden geen rekening met de diversiteit en intensiteit van zorgbehoeften, en evenmin met het feit dat sommige zorgaanbieders hoger opgeleid personeel inzetten, wat hogere kosten met zich meebrengt. Daarnaast hebben veel gezinshuizen hun onderhoudskosten gebaseerd op de voorgaande inkomsten, maar door de nieuwe tarieven komen deze inkomsten nu onder druk te staan. Dit maakt het voor sommige gezinshuizen lastig om te bepalen of ze het financieel wel gaan redden.
Door de standaardtarieven te laag te stellen en geen toegang geven tot maatwerk mogelijkheden, dreigen zorgaanbieders als Doppa en Helios de financiële middelen te missen om gespecialiseerde begeleiding en ondersteuning te bieden. Dit raakt niet alleen hen, maar ook de kwetsbare jongeren die op deze zorg vertrouwen en de gezinshuizen. Er ontstaat een paradox: door kosten te drukken, loopt de kwaliteit van zorg risico, wat op de lange termijn kan leiden tot hogere maatschappelijke kosten door verergerde problemen bij deze jongeren (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport et al., 2024).
Gezinshuizen gevangen tussen gemeenten
Gezinshuisouders zouden nu kunnen worden gedwongen om te sorteren op kinderen op basis van hun gemeentelijke herkomst, aangezien kinderen uit andere gemeenten niet onder dezelfde bekostigingsregeling vallen. Dit kan ertoe leiden dat kinderen die pleegzorg nodig hebben, nog strikter gefilterd worden. Waar dit voorheen gebeurde op basis van de problematiek en een zorgvuldige matching, zouden gezinsouders nu genoodzaakt kunnen worden om te kijken uit welke gemeente het kind komt om te bepalen of het financieel haalbaar is omdat per gemeente een ander standaardtarief is berekend. Dit kan ertoe leiden dat jongeren mogelijk herplaatst moeten worden of onnodig geplaatst worden op een leefgroep, simpelweg omdat het financieel niet meer te overzien is.
Dit is nu actueel op mijn stage in de jeugdzorg. In het gezinshuis wonen vier jongeren die afkomstig zijn van verschillende zorgaanbieders en onder verschillende gemeenten vallen, zowel binnen als buiten Twente. Dit zorgt voor aanzienlijke veranderingen in de kosten voor de gezinshuisouder, wat de mogelijkheden voor het bieden van de juiste zorg aan de jongeren belemmert.
Het zou bijvoorbeeld financieel voordeliger kunnen zijn voor de gezinshuisouder om kinderen die binnen de gemeente Twente vallen te herplaatsen, en daarvoor in de plaats kinderen van buiten de gemeente te ontvangen. Toch blijft er altijd een belangrijke troef over die als hulpverlener van waarde is: humaniteit. De kinderen hebben stabiliteit nodig, maar worden nu geconfronteerd met een netwerk van steeds wisselende gezichten en disciplines. De gezinshuisouder waar ik het geluk mee heb om samen te werken, ziet het belang van deze stabiliteit en blijft vasthouden aan het bieden van continuïteit voor de jongeren, ondanks de financiële druk die dit met zich meebrengt. Het is een kwestie van roeien met de riemen die je hebt, maar hopelijk zorgt dit uiteindelijk toch voor de nodige zorg en een goede ontwikkeling van de kinderen.
Hoe sociaal werkers het verschil maken
De kernwaarden van sociaal werk, zoals rechtvaardigheid, respect voor autonomie, en het streven naar het welzijn van jeugdigen, zijn noodzakelijk voor kwalitatieve jeugdzorg. Volgens de BPSW moeten sociaal werkers handelen vanuit deze waarden en opkomen voor eerlijke toegang tot zorg, afgestemd op de individuele behoeften van jeugdigen. De huidige standaardisatie van tarieven zonder maatwerk botst met deze principes, doordat het aanbieders mogelijk dwingt om keuzes te maken op basis van gemeentelijke herkomst, in plaats van op basis van zorgbehoeften (BPSW, 2021). Hierdoor kan de autonomie van jeugdigen en de kwaliteit van zorg onder druk komen te staan. Maatwerkmodellen of een combinatie hiervan, die beter aansluiten bij de uiteenlopende zorgbehoeften, kunnen bijdragen aan een systeem dat zowel kostenefficiënt als gericht op de best mogelijke zorg voor jeugdigen is.
Als sociaal werkers hebben wij een belangrijke rol in deze discussie. Vanuit de basisprincipes van rechtvaardigheid en welzijn moeten wij gemeenten en het publiek blijven wijzen op de impact van desbetreffende bezuinigingen op de kwaliteit van zorg, door bijvoorbeeld te protesteren, petities te starten en hierover in gesprek blijven te gaan met beleidsmakers. Onze kennis van de praktijk en van de behoeften van kwetsbare jongeren stelt ons in staat om waardevolle gesprekspartners te zijn bij het vormgeven van beleid dat daadwerkelijk aansluit op de behoeften van de doelgroep. Het is belangrijk om deze actuele kennis te gebruiken, aangezien deze voortdurend veranderd. Deze kennis moeten wij zowel binnen politiek beleid als binnen de praktijk breed delen, zodat er een gezamenlijke aanpak kan ontstaat die aansluit bij de leefwereld van jongeren. De relatie tussen jongeren en sociaal werkers is hierdoor van groot belang (Sociaal Domein Online, 2024).
De kernwaarden van ons sociaal werkers, zoals rechtvaardigheid, respect voor de autonomie van de cliënt en het streven naar het beste welzijn van kwetsbare individuen, zouden centraal moeten staan in deze discussie. De oplossing ligt niet in het verder standaardiseren van tarieven, maar in het vinden van flexibele en rechtvaardige financieringsmodellen zoals maatwerk die daadwerkelijk aansluiten bij de diverse zorgbehoeften van jongeren en daarbij de mogelijkheden behouden voor gezinshuis en pleegouders om de nodige zorg te blijven bieden. Alleen door een systeem te creëren dat zowel kostenbeheersing als zorgkwaliteit in balans brengt, kan er een zorgsysteem ontstaan dat recht doet aan de belangen van jongeren in de jeugdzorg en de zorgverleners.
Maatwerk redt jongeren: De voordelen van gerichte ondersteuning
Mijn overtuiging als toekomstig sociaal werker is dat we af moeten stappen van deze alleenstaande lage standaardtarieven en moeten overstappen naar een maatwerksysteem of een combinatie hiervan. De huidige aanpak van standaardtarieven is niet alleen inefficiënt, maar vooral onrechtvaardig voor jongeren met complexe zorgbehoeften. Complexe psychosociale problemen kunnen niet met een “one-size-fits-all”-benadering worden opgelost. Zorgbehoeften variëren en het negeren van deze verschillen leidt tot kwalitatieve beperkingen in de zorg die jongeren krijgen.
Door maatwerk te toe te passen, kunnen we rekening houden met de specifieke behoeften van jongeren in gezinshuizen en pleegzorg. Dit betekent niet alleen meer middelen en ondersteuning voor gezinnen die intensievere zorg verlenen, maar ook dat gespecialiseerde professionals, die nu vaak onbetaalbaar worden door te lage tarieven, de ruimte krijgen om zorg op maat te bieden. Zo kan de kwaliteit van zorg gewaarborgd blijven en voorkomen we de risico’s van kostenvermindering ten koste van de hulp aan kwetsbare jongeren (Van den Wijngaart, 2022). Er heeft een pilot “pleegzorgmaatwerk” plaatsgevonden in Rotterdam, die onderzoek heeft gedaan naar de effecten van het toepassen van maatwerk in deze vormen van hulpverlening. Volgens Hoekstra en Hekelaar (2022) is het mogelijk om snel en gericht ondersteuning te bieden aan gezinshuis- en pleegzorgjongeren. Met het maatwerkbudget konden gezinshuisouders en pleegzorgbegeleiders verschillende hulpvormen financieren, zoals oppas, huishoudelijke hulp of een jeugdcoach. Deze interventies hielpen om de balans tussen draaglast en draagkracht in overbelaste gezinnen te herstellen. In 90% van de gevallen werd hiermee een breakdown voorkomen, wat laat zien dat maatwerk nodig is boven op de huidige en toekomstige standaardtarieven.
Een mogelijk tegenargument voor maatwerk is dat het veel kosten met zich meebrengt. In het onderzoek van de pilot Pleegzorg Maatwerk is hier ook aandacht aan besteed. Uit cijfers blijkt dat gezinshuis- en pleegzorg niet alleen beter is voor het welzijn van jongeren, maar ook aanzienlijk kosten effectiever. De jaarlijkse kosten van pleegzorg bedragen gemiddeld €13.468, terwijl alternatieven zoals residentiële behandelingen kunnen oplopen tot €71.708 of zelfs €133.744 per jaar. Door jongeren langer in gezinshuizen en pleeggezinnen op te laten groeien dankzij maatwerk wordt jaarlijks per kind tot €58.240 bespaard (Hoekstra & Hekelaar, 2022). Dit laat zien dat het behouden van standaardtarieven noodzakelijk is, maar alleen in combinatie met maatwerk om zowel de toegankelijkheid als de financiële draagkracht voor gezinshuizen en pleegzorg te waarborgen.
Conclusie
De keuze voor standaardtarieven zonder maatwerk in de jeugdzorg is wellicht goed bedoeld om kosten te beheersen, maar leidt tot ongewenste en mogelijk schadelijke bijwerkingen. De belangen van jongeren die jeugdzorg ontvangen moeten centraal staan, en dit vereist een zorgsysteem dat de complexiteit van hun behoeften begrijpt en hierop inspeelt. Kostenbeheersing is belangrijk om schulden tegen te gaan waar de gemeenten nu mee kampen, maar mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van zorg en het welzijn van kwetsbare jongeren.
Het sociaal werk zou zich actief moeten verzetten tegen het beleid van standaardtarieven in de jeugdzorg en opkomen voor een beleid dat zich richt op maatwerk, want het is niet alleen een kwestie van kostenbeheersing, maar ook voor het opkomen voor rechtvaardigheid en zorgkwaliteit voor de kwetsbare jongeren die afhankelijk zijn van jeugd- of pleegzorg.
Jesse Overeem is tweedejaars Social Work student op het Saxion Enschede en werkzaam als stagiair bij Gezinshuis Moon.
Genoten van mijn stuk? Stem op mij!
Literatuurlijst
- Beroepsvereniging van Professionals Sociaal Werk. (2021). Beroepscode voor sociaal professionals. BPSW. Geraadpleegd op 11 december 2024, van https://www.bpsw.nl/
- Deelcommissie Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie. (2020, 18 september).
- Intensieve ambulante gezinsbehandeling (IAG) | Nederlands Jeugdinstituut. https://www.nji.nl/interventies/intensieve-ambulante-gezinsbehandeling-iag
- Hoekstra, L., & Hekelaar, A. (2022, 18 februari). De pilot Pleegzorg Maatwerk: Naar meer continuïteit voor kinderen in pleegzorg. Onderzoek010. https://onderzoek010.nl/news/De-pilot-pleegzorg-maatwerk-Naar-meer-continuiteit-voor- kinderen-in-pleegzorg/312
- Jeugdzorg Nederland. (2024, 14 mei). Bedrijfsvoering in een decentraal stelsel. https://www.jeugdzorgnederland.nl/meer-weten/bedrijfsvoering-in-een-decentraal-stelsel/
- Louwes, W. (2024, 2 november). Hoe Twentse gemeenten de rechtsgang wilden blokkeren voor zorgpartijen (en de rechter er een stokje voor stak). 1Twente. https://www.1twente.nl/artikel/4812895/hoe-twentse-gemeenten-de-rechtsgang-wilden- blokkeren-voor-zorgpartijen-en-de-rechter-er-een-stokje-voor-stak
- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Van Duivenboden, D., Baan, A., Ramdin, M., Van Seben, R., & Gijsbertsen, M. (2024, 1 mei). Evaluatie bestuurlijke akkoorden pleegzorg en gezinshuiszorg. Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/05/01/evaluatie-bestuurlijke-akkoorden-pleegzorg-en-gezinshuiszorg
- Sociaal Domein Online. (2024, 22 november). Belangrijke aanbevelingen Toekomstgericht werken 16-27 jarigen. https://sociaaldomeinonline.nl/2020/02/05/belangrijke-aanbevelingen-toekomstgericht-werken-16-27-jarigen/
- Spigt, H. (2018, 27 juni). Knellend jeugdzorgbudget: oorzaak en gevolg. Jeugdzorg Nederland. https://www.jeugdzorgnederland.nl/actueel/knellend-jeugdzorgbudget-oorzaak-en-gevolg/
- Van den Wijngaart, M. (2022, 13 mei). Hoe maatwerk, samenwerken en echt luisteren de jeugdzorg verbetert. EMMA. https://www.emma.nl/artikelen/hoe-maatwerk-samenwerken-en-echt-luisteren-de-jeugdzorg-verbetert